Thuis > Aanhangsels > Scheepvaartmaatschappijen
Op verscheidene bladzijden van deze website worden scheepvaartmaatschappijen en scheepvaartlijnen vermeld waar voor mijn grootvader, Fer Stutterheim, heeft gevaren. Hier onder volgt een korte beschrijving van deze en andere genoemde rederijen en wordt geprobeerd de onderlinge verbanden weer te geven tussen tussen individuele lijnen en rederijen met steeds weer dezelfde eigenaren. Deze beschrijving is zeker niet volledig, vooral ook door de complexe struktuur en doordat deelnemers ook wel weer eens uitstapten.
In feite was Fer in dienst van de Rotterdamsche Lloyd, die echter deel nam in andere maatschappijen en lijnen en daar schepen met bemanning voor leverde. Opvallend is dat een andere constante factor in alle samenwerkingsverbanden De ‘Nederland’ uit Amsterdam was. De beide maatschappijen werkten veel samen, maar bleven lang zo veel mogelijk zelfstandig. De bekende wat moeizame verhoudingen tussen Amsterdammers en Rotterdammers zullen wel de oorzaak zijn. Ons land had tenslotte ook heel lang twee, aanvankelijk concurrerende, maar later nauw samenwerkende reddingmaatschappijen met zetels in Amsterdam en Rotterdam. Uiteindelijk zouden de Lloyd en De ‘Nederland’ elkaar toch vinden, zoals wij zullen zien.
De onderstaande lijst is in chronologische volgorde.
Opgericht in 1836 als Calcutta & Burmah Steam Navigation Co. Werd in 1862 British India Steam Navigation Co. Ltd. en fuseerde met P&O in 1913. Een soort Britse KPM.
De maatschappij, ook bekend als De ‘Nederland’, werd opgericht in 1870 te Amsterdam en was voornamelijk gericht op de vaart naar het toenmalige Nederlands-Indië via het Suez-kanaal (1869). De Indië-dienst werd uitgevoerd in samenwerking met de Rotterdamsche Lloyd. Er werd wekelijks afgevaren, afwisselend van Amsterdam dan wel Rotterdam. Aan de Indische kant was er wel een enkele haven.
De N.V. Rotterdamsche LLoyd, kortweg de Lloyd, werd opgericht in 1883 onder directie van Wm. Ruys & Zonen. De N.V. is een voortzetting van eerdere rederijen van de familie Ruys en anderen die al sinds 1839 op Indië en het Verre Oosten voeren. Ook hier zal de opening van het Suez-kanaal aanleiding tot bundeling van activiteiten zijn geweest. Zoals boven vermeld werd de Indië-vaart uitgevoerd samen met De ‘Nederland’. Het betrof hier een regeringscontract.
Fer was in dienst bij de Lloyd van 1912 tot 1948, slechts onderbroken door 6 maanden dienstplicht in 1912/13 en dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1914/15.
Zie ook Lloyd-Atelier, Koninklijke Rotterdamsche Lloyd Erfgoed.
De Koninklijke Paketvaart1 Maatschappij werd opgericht door de Lloyd en De ‘Nederland’ in 1888. Het hoofdkantoor was gevestigd te Amsterdam, van af 1916 in het bekende Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade. De maatschappij werd feitelijk bestuurd van uit het hoofdkantoor te Batavia [Jakarta). Men richtte zich voornamelijk op het zo genaamde inter-insulaire verkeer, d.w.z. tussen de eilanden van Indische archipel, maar er waren ook enkele z.g. buiten-lijnen.
De Java-China-Japan Lijn werd opgericht te Amsterdam in 1902 door De ‘Nederland’, de Lloyd en de KPM. Zoals de naam al aangeeft lag het vaargebied tussen Java, China en Japan. De lijn was in feite een aanvulling op het vaargebied van de KPM en de Indië-lijnen van de SMN en de RL van uit Nederland. Kenmerkend voor de JCJL waren de scheepsnamen beginnend met Tji, zoals Tjisondari. Tji is ontleend aan het Soendanees, een taal van West-Java. Het betekent rivier. De Tji-namen zouden zijn gekozen omdat ze goed zouden klinken in Chinese oren.
Een bekend schip was de Tjitjalenka, beroemd geworden als hospital ship voor de Australische Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mijn oom Jan Kramer heeft nog gevaren als werktuigkundige op de Tjitjalenka. Hij was met het schip was ook aanwezig bij de capitulatie van Japan in 1945, om daarna geallieerde krijgsgevangenen te repatriëren naar Australië. Hij is in Australië getrouwd en daar gebleven. We hebben daar nog familie.
In 1947 gaan de buiten-lijnen van de KPM over naar de JCJL, die daarna verder gaat als Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen (KJCPL), buiten Nederland bekend als Royal Interocean Lines (RIL). Nieuwe schepen kregen straatnamen d.w.z. ze begonnen met het woord Straat. De namen bleven niet beperkt tot echt bestaande zeestraten; ook de fantasie werd wel eens gebruikt; er waren kennelijk meer schepen dan zeestraten. In 1966 fuseerde de (rest van) de KPM alsnog met de KJCPL.
De Java-Bengalen Lijn werd in 1906 opgericht door de Lloyd, De ‘Nederland’ en de KPM. Het was een lijn tussen het toenmalige Nederlands Indië en het toenmalige Brits Indië. De Lloyd nam deel met een schip genaamd Bengalen. Dit is nog niet schip waar Fer op voer; dat is van latere datum. Deze tweede Bengalen voer aanvankelijk ook op de JBL. Op een van de foto’s van het schip zijn op de pijp in het ruitvormige embleem de letters JBL te zien. Op de verkleinde weergave op de website zal dit voor velen niet leesbaar zijn. De JBL ging later op in de Java-Pacific Lijn.
De lijn werd in 1915 ingesteld door de Lloyd, De ‘Nederland’ en de Java-China-Japan Lijn. Marlies den Boer2 beschrijft de lijn als een product van de economische omstandigheden veroorzaakt door de Eerste Wereldoorlog. Aanvankelijk ging het om een uitbreiding van de JCJL naar de westkust van Amerika, met name San Francisco. Een belangrijke concurrent was de Amerikaanse Kerr Steamship Line. Uiteindelijk werd besloten de lijndienst gezamenlijk met Kerr voort te zetten als Silver-Java-Pacific Lijn. Hier in werd ook de JBL opgenomen. Hoe het precies geregeld was, weet ik niet maar vrij gebruikelijk was het poolen van de opbrengsten en die verdelen over de deelnemende schepen op basis van tonnage, maar zelf baas blijven over jouw eigen schepen en de daarmee samenhangde kosten. In dit geval was de SMN de besturende partner.
In tegenstelling tot wat de naam suggereert was geen sprake van slechts één lijndienst, maar waren er meerdere diensten of wel services. De A, B en C diensten, die verschillende routes voeren. Deze op het oog ingewikkelde structuur werd veroorzaakt door soms struktureel asymmetrisch ladingaanbod tussen heen- en terugvaart. Bedoeld wordt dat er de ene kant op een strukureel hoger ladingaanbod is dan de andere kant op. Dit speelde met name voor de Amerikaanse westkust en leidde tot de verlegging van de route via Afrika.
De routes werden in de loop der jaren meermaals gewijzigd of, al dan niet tijdelijk, gestaakt. Gerekend van af de Amerikaanse Westkust voer de A-service volgens Mowbray Tate3 in 1938 maandelijks naar de Filipijnen, N.O.-Indië, Singapore, Rangoon en Calcutta. De B-service: Oostwaarts rond de wereld via Panama, Afrika, India, N.O.-Indië en de Filipijnen. De C-service: maandelijks naar de Filipijnen, N.O.-Indië, Singapore, Ceylon, Bombay, en havens aan de Perzische Golf.
Na de Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië werden routes wederom aangepast en verdween de naam Java Pacific Lijn geleidelijk ten gunste van Nedlloyd Line.
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog zagen veel Nederlandse rederijen mogelijkheden voor nieuwe lijndiensten. Daartoe werd in 1920 opgericht de N.V. Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij gevestigd te Den Haag, later Rijswijk Z.H. Aandeelhouders waren vrijwel alle belangrijke Nederlandse rederijen, waar onder de Lloyd en De ‘Nederland’.
Kenmerkend voor de VNS waren de Kerkschepen. De scheepsnamen eindigden op ‘kerk’ zoals bij voorbeeld Abbekerk. Volgens mijn vader heeft Fer gevaren op de Abbekerk. Mij zijn drie schepen bekend met de naam Abbekerk4. Abbekerk (I) uit 1912, Abbekerk (II) bouwjaar 1939 en de na-oorlogse Abbekerk (III) uit 1946. Deze laatste komt niet in aanmerking doordat Fer in 1946 nauw betrokken was bij de bouw van de Utrecht en al in 1948 met pensioen ging. Abbekerk (III) is overigens een zusterschip van de Utrecht beide behorende tot de Provincie-klasse, heette aanvankelijk Friesland en is ook gebouwd op de Sun Yard. Abbekerk (II) uit 1939 zou net kunnen, maar het schip werd getorpedeerd in 1942. In dat laatste jaar zat Fer al op de Bengalen, maar ik weet niet voor hoe lang. Abbekerk (I) is weliswaar gebouwd in 1912, maar eerst in 1921 aangekocht door de VNS en hernoemd tot Abbekerk. Het schip is gesloopt in 1931.
In 1970 verkochten alle andere aandeelhouders aan de SMN en de RL; vervolgens ging de VNS op in de Nederlandse Scheepvaart Unie.
De NSU werd in 1908 opgericht als houdstermaatschappij voor de SMN en de RL. Het was feitelijk een constructie om beide maatschappijen en dochter KPM te beschermen tegen overname. De NSU bezat geen schepen.
In 1970 besloten SMN, RL, KJCPL en VNS onder de vlag van de NSU tot volledige samenwerking. De NSU kende sinds die tijd vijf groepsmaatschappijen waar onder de Koninklijke Nedlloyd N.V. en de Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen N.V. In 1977 werd de naam gewijzigd in Koninklijke Nedlloyd Groep N.V. De activiteiten werden deels ondergebracht in een joint-venture met P&O en voor de rest verkocht. P&O Nedlloyd werd tenslotte overgenomen door Maersk.